Toen ik in de jaren 80 werd opgeleid als industrieel automatiseerder kwam ik voor het eerst in aanraking met een vorm van “Bended Learning”. Via aan elkaar gekoppelde systemen leerde ik programmeren, met computers teken, ontwerpen en simuleren. In enorme practica lokalen werkte we alleen of in groepjes aan complexe opdrachten.

In die tijd kocht ik samen met mijn zus een Tandon computer. Een bakbeest, maar wel voorzien van een 10MB(!) harde schijf, een beetje geheugen en een floppy drive. Mijn zus kon zo haar MEAO-werkstukken maken, en ik schreef mijn eerste assembly code. Ons voordeel: we konden in onze eigen tijd werken aan opdrachten en waren niet meer afhankelijk van de beperkte middelen op school.

De term Blend Learning werd in de jaren 90 geintroduseerd. Oliver en Trigel formuleerde drie type “Blend’s”

  1. Een mix van Traditioneel en online onderwijs
  2. Een mix van gereedschappen en media, samengevoegd in een e-learning omgeving
  3. Een mix van didactische strategieën

Als er nu wordt gesproken over Blended Learning heeft men het over de eerste mix. Men spreek ook wel van offline en online onderwijs waarbij met offline onderwijs traditioneel onderwijs wordt bedoeld. Het beste uit twee werelden: bij offline wordt de face two face interactie gestimuleerd terwijl online onderwijs flexibel, makkelijk toegankelijk en goedkoop is (Strache, 2007).

Het ontwikkelen van een Blended Leeromgeving is minder eenvoudig dan het lijkt. Wat is de ideale mix, is het voor elk type onderwijs toepasbaar en voor ieder vak?


Conversational Framework

In de september editie van Onderwijs Innovatie schreef Jos Fransen in 2006 een bijzonder interessant artikel over een ontwerpstrategie voor het ontwikkelen van een Blend leeromgeving. Om duidelijk te maken dat het leerproces een dialoog is, gebruikte hij het Coversational Framework van Laurillad

ss
Fransen (2017)

Leren is communiceren. Hierboven zie je een vereenvoudigde voorstelling van het oorspronkelijke model. Fransen gebruikt dit door hem zelf gemaakte plaatje om de vier hoofd communicatie kanalen te omschrijven. De kern bestaat uit de linker en midden blokken. Het model is aan de rechterkant uitgebreid met een "medestudent".

De vier "Dialogen"
  • Tussen Docent en student
    • De leraar geeft instructie aan de leerling. Hij controleert of de stof is overgekomen. Eventueel geeft hij extra informatie, neemt hij misconcepten weg of past hij zijn uitleg aan.
  • Tussen oefenomgeving en leertaak
    • Door te oefenen met opgaves die door de docent beschikbaar worden gesteld in de leeromgeving past de student het geleerde toe in praktijk. De docent geeft feedback op de uitwerkingen zodat de student eventuele fouten kan herstellen.
  • Tussen Student en leertaak
    • De leerling leert van zijn fouten (feedback) en past zijn kennis aan
  • Tussen docent en oefenomgeving
    • De docent kan bij structurele problemen zijn lesmateriaal aanpassen
Extra lus (mede student)

Als er sprake is van samenwerkend leren, zullen medestudenten elkaar aanvullen of corrigeren. Studenten rijken elkaar alternatieven aan en leren van elkaar

Niet ieder vorm van dialoog is bij elk type onderwijs even sterk. Op universiteiten, waar kennis via hoorcollege's wordt verspreid zal de dialoog tussen de studenten onderling sterker zijn dan bijvoorbeeld de dialoog tussen de oefenomgeving en de student. Ook zal de docent voornamelijk zenden. Hierdoor weet hij niet of de stof is overgekomen. Er onstaat zelfs een mogelijkheid dat er misconcepten ontstaan.

Fransen voegt aan de hierboven voet aan de Blended mix van on- en offline onderwijs de distributie wijze van de leerinhoud, de vormen van communicatie, en de didactische strategie toe.


Community Off Inquiry

Een belangrijke uitdaging van een Blended Leeromgeving is om ervoor te zorgen dat er geleerd wordt door samenwerking en te bouwen aan nieuwe kennis. Dit principe sluit aan bij het sociaal constructisme van Vygotsky (Geerts & Kralingen, 2016, pp. 59–61). Ook hij is van mening dat kennis wordt opgebouwd door samenwerken. Garrison, Anderson en Archer ontwikkelde speciaal voor online leeromgevingen met Community of inquiry model (zie afbeelding hiernaast). Zij omschrijven drie vormen van presence die elkaar bij een goed ontworpen leeromgeving overlappen. Precies daar ervaren docent en leerlingen dat er wordt geleerd (Klunder, Befus, & Paz, z.d.).

Teaching presence

  • Ontwerpen van een online leeromgeving
    • doelen stellen bij het curriculum,
    • tools en methode selecteren,
    • toetsen en samenwerkingsopdrachten ontwerpen
  • fascilteren en richten van het leerproces
    • Motiveren van de leerlingen
  • Het geven van directe instructie

Social presence

  • het gevoel van verbondenheid tussen docent en leraar en leerlingen onderling
    • veilig leerklimaat, groepsgevoel

Onder Cognitive presence wordt verstaan

Cognitive presence

  • Leren door discussie, samenwerken en reflectie

TPACK

Eind jaren tachtig introduceerde Shulman het PCK model (Shulman, 1987). De letters PCK staan voor Pedagogical Content Knowledge. Het model omschrijft over welke kennis en goede docent moet beschikken. Zij stellen dat een goede leraar vakinhoudelijke kennis combineert met algemene pedagogische kennis zodat ze niet alleen weten wat ze moet doceren maar ook hoe (PCK).

Techniek wint met toenemende mate terrein in het onderwijs. Een voorbeeld uit mijn vakgebied is de evolutie van rekenliniaal tot grafische rekenmachines. En bij de meeste wiskunde docenten behoort Geogebra tot het standaard arsenaal aan hulpmiddelen.

De vraag is alleen: Kan een docent met affiniteit met techniek ict effectief inzetten tijdens zijn lessen?

De Amerikaanse onderwijskundigen Koehler en Mishra beschreven als eerste het belang van het ontwikkelen van technische kennis bij onderwijzers, gericht op het lesgeven. In 2005 voegde zij technische kennis toe aan het PCK-model (Mishra, P., & Koehler, M. J. ,2006). Het nieuwe model noemde zij TPACK. Het gebied waar. “The Magic Happens” in het gebied waar de drie vaardigheden samenkomen.


Connectivisme

De meest bekende leertheoriëen zijn gebasseerd op het vergaren van kennis (Geerts & Kralingen, 2016)

  • Behavorisme: Oefeningbaart kunst, de gedachten speelt geen rol
  • Cognitivisme: denkbeeldige beelden maken bij de aangeboden kennis; leerlingen ontdekken zelf nieuwe stof. Leren is een actief proces dat vanuit de leerling wordt geïnitieerd
  • Constructivisme: denkbeeldige beelden maken bij de aangeboden kennis; leerlingen ontdekken zelf nieuwe stof. Leren is een actief proces dat vanuit de leerling wordt geïnitieerd
  • Constructionisme: er wordt geleerd door nieuwe dingen te maken, vaak projectmatig en met behulp van computers.

George Siemens bedacht in 2005 dat leren niet over kennis gaat maar over netwerken. Omdat kennis veroudert, is het belangrijker dat leerlingen leren hoe ze hun kennis actueel kunnen houden en waar ze die kennis kunnen verkrijgen. Hij noemde deze leertheorie connectivisme.

Overigens is er van veroudering van kennis op mijn vakgebied (wiskunde) de afgelopen decenia geen sprake. Alleen de methode (nog meer context) en het curriculum wijzigt in golfbewegingen.

Oliver, M., & Trigwell, K. (2005). Can ‘Blended Learning’ Be Redeemed? E-Learning and Digital Media, 2(1), 17–26. https://doi.org/10.2304/elea.2005.2.1.17

Stracke, E. (2007). A road to understanding: A qualitative study into why learners drop out of a blended language learning (BLL) environment. ReCALL, 19(01), 57-78.

Fransen, J. (2006, 1 september). Ontwerpstrategie voor blended learning. OnderwijsInnovatie, 6(september). Geraadpleegd van https://www.ou.nl

Fransen, J. (2015). Teaching, Learning & Technology: Instrumentatie van betekenisvolle interacties. Hogeschool Inholland Lectoraat Teaching, Learning & Technology

Laurillard, D. (2002). Rethinking University Teaching; A conversational framework for the ef- fective use of learning technologies. Oxon (UK): RoutledgeFalmer

Klunder, S., Befus, M., & Paz, J. (z.d.). CoI. Geraadpleegd van https://coi.athabascau.ca/

Geerts, W., & Kralingen, R. (2016). Handboek voor leraren (2de editie). Bussum, Nederland: Coutinho

Mischa, P., & Koehler, M. J. (2006). Technological Pedagogical Content Knowledge: A Framework for Teacher Knowledge. Teachers College Record, 2006(6), 1017–1054. Geraadpleegd van https://www.punyamishra.com/wp-content/uploads/2008/01/mishra-koehler-tcr2006.pdf

Siemens, G.,(2005), Connectivism: A Learning Theory for the Digital Age, https://jotamac.typepad.com/jotamacs_weblog/files/Connectivism.pdf